Ah, het lot en de grapjes van het leven!
Ik kwam 20 jaar geleden in NL en voor mij was niet echt makkelijk. De taal, een andere cultuur, het weer, het missen van het meer en de bergen, mijn ouders, mijn vrienden… En het eten uiteraard! Ja, het eten was dramatisch toen die tijd, daarom ben ik kok geworden, bewogen door mijn overlevingsinstinct.
Het karnemelk op tafel tijdens de lunch was voor mij onbegrijpelijk; maar ook de borden gevuld met kropsla, krenten, croutons en mandarijntjes uit blijk, verdronken in een yoghurt dressing kon ik niet verdragen. Ik haatte de kroketjes en speculaas; ik kon niet geloven dat er iets als patat oorlog kon bestaan en de pannenkoeken waren voor mij meer een toetje dan een maaltijd.
Het ergste was als ik naar de slagerij moest. Een kruistocht. De achterham en de Parmaham hadden een te dikke rand vet en als ik vroeg om dat vet weg te halen, begon het gezeur van de slager. En zijn vieze handen, eerst het vlees raken daarna mijn geld, bah!
Het enige wat mij toen kon troosten, echt waar!, waren de penne van Grand’Italia, een zekerheid en het gevoel van thuis zijn.
Nu ben ik 44 en het leven gaat zoals de rivier naar de zee. Ik voel me geïntegreerd en geassimileerd, ben blij en vaak ook gelukkig.
Als ik aan die kropsla denk moet ik wel glimlachen, over kroketjes schrijf ik recepten, mijn dochter is gek op karnemelk en vandaag heb ik voor een samenwerking met Grand’Italia getekend. Als getuige van ‘Italianity’, voor hun nieuwe internetcampagne.