Ik wil graag met jullie iets moois delen, een recept dat bewaard moet worden tot volgend jaar, rond eind juni, de tijd waarin je onrijpe groene walnoten kan plukken; de tijd waarin de noten met hun bolster nog zacht van binnen zijn, zo zacht dat je ze met een naald kan perforeren, de tijd waarin hun pure smaak en geur kan worden opgevangen in een likeur. De walnoten likeur.

Er zijn duizenden recepten van deze likeur. Wat hier volgt is een van de recepten die ik van mijn moeder heb gekregen, aangepast en geperfectioneerd op basis van mijn smaak en wensen.

Walnoten likeur met vleugels, de ingrediënten:

650 g groene walnoten, schoongemaakt en in kwarten gesneden
750 ml zuivere alcohol 96% (geschikt voor consumptie)
1 opengesneden vanille stok
4 kruidennagels
de schil van 2 biologische citroenen
6 g gebroken kaneelstokjes
een snufje nootmuskaat

Voor de suikersiroop:

450 g suiker oplossen in 750 ml warm water

Leg de kwarten walnoten, het vanillestokje samen met  de citroenschillen, de kruidnagels, de nootmuskaat en de kaneelstokjes in een grote weckpot voorzien van een nieuwe en schone weckring die een hermetische afsluiting kan garanderen.

Bedek alle ingrediënten met de pure alcohol. De pot dicht doen, goed schudden en zet de pot voor 40 dagen macereren in een veilig hoekje van jouw keuken. Elke dag de weckpot schudden en als buiten de zon flink schijnt de pot in de zon leggen omdat de warmte de smaken los maakt.

Jij zult zien dat elke dag de kleur van het mengsel gaat veranderen. Van dag tot dag wordt het mengsel donkerder, uiteindelijk tot een diepzwarte kleur. Mooi om te zien, geeft moed.

Na 40 dagen een siroop maken met de gegeven ingrediënten. Laat de siroop afkoelen. In tussentijd de alcohol 2 keer zeven door een koffiefilter. Alcohol en siroop mengen en dan heb je eindelijk jouw walnoten likeur.

De likeur in mooie en schone flessen doen, hermetisch afsluiten, etiketteren en de smaak laten affineren in een donkere plek voor 4-5 maanden.

Met de gegeven ingrediënten krijg je een likeur met 40% alcohol.

Om te genieten als digestief of als verwarmer  in een van de koude avonden in de winter, na een rijke maaltijd bijvoorbeeld.